Ontsluitingsfase
De bevalling verloopt in verschillende fases. Soms kan er een periode van voorweeën aan voorafgaan. Deze weeën zijn onregelmatig, duren vaak nog wat kort en zakken na verloop van tijd ook weer helemaal af. Het kindje zal tijdens deze voorweeën steeds dieper in het bekken zakken. Op het moment dat de weeën regelmatig komen en ook niet meer afzakken, kom je terecht in de ontsluitingsfase.
Meer informatie over deze voorbereidende fase en het begin van de bevalling vind je hier.
Tijdens de ontsluitingsfase gaat de baarmoedermond open. Bij een eerste kindje moet de baarmoedermond eerst week en korter worden. Voor een deel kan dit soms al gebeuren tijdens de voorweeën.
De ontsluitingsfase begint op het moment dat je regelmatige weeën hebt die zorgen voor ontsluiting. Het einde van de ontsluitingsfase is wanneer je kindje diep genoeg in het bekken zit en je “volledige ontsluiting” hebt. Dit betekent dat de baarmoedermond helemaal open staat en je kindje er door kan. Volledige ontsluiting is ongeveer 10 centimeter. Wij “meten” dit door een schatting te maken met onze vingers tijdens een vaginaal onderzoek.
De snelheid van de ontsluiting is afhankelijk van meerdere factoren, zoals een eerste of tweede kindje, de kracht van de weeën en de ligging van jouw kindje. Bij een eerste kindje gaan we uit van gemiddeld één centimeter per uur vooruitgang. Bij sommige vrouwen gaat dit sneller, andere doen er wat langer over. Iedere vrouw is anders en ieder lichaam is uniek. We kunnen dus nooit op voorhand zeggen hoelang een bevalling precies gaat duren.
Bij een tweede kindje gaat de ontsluitingsfase meestal sneller dan bij een eerste kindje.
